Dato: 27. oktober 1845
Fra: H.C. Andersen   Til: Jacobus Leunis van der Vliet
Sprog: dansk.

[De Tijd 1845 II, p. 383/4]

Een groet van Andersen aan zijne Hollandsche vrienden.

"Uw vriendelijke brief", zoo schreef ons Andersen dezer dagen in het Fransch; "uw vriendelijke brief heeft mij van vreugde vervuld; eenmal zal ik er u de hand voor drukken en er u mondeling voor kunnen danken. O, indien ik u in mijne moedertael kon schrijven, dan zou ik warmer en beter kunnen uitdrukken, hoe blijde en erkentelijk ik was voor een zoo lieven groet uit een vreemd land. Gij hebt mij gemeld, dat men mij in Holland leest, dat ik er een publiek heb; waarlijk zoo iets vernieuwt mijn dankbaarheid jegens God, die alzoo Zijne zon laat opgaan op de geschriften, die Hij, de Algoede zelf mij heeft ingegegeven.

Gij vraagt mij een levensschets van mijne hand. Welnu, zij zal u op uw verzoek geworden, in het Deensch geschreven. Dan kunt gij ze vertalen. In den loop der maand Januarij hoop ik u die uit Duitschland te zenden; want nog in deze week ga ik op reis. Zend uw volgenden brief naar het postkantoor te Hamburg, dan zal ik er voor zorgen, dat mij die naar Berlijn, naar Weimar of elders worde opgezonden. Ik ben voornemens eenige weken door te brengen in Duitschland, bij mijne vrienden. De jonge Erf-Groothertog van Saksen-Weimar, is vriendelijk genoeg om mij te willen zien en ik zal eer eenigen tijd vertoeven. Van daar vertrek ik, in de maand maart, naar Italiè en van dar weder door Spanje naaar Frankrijk en België en dan kunt gij mij ook in Ho9lland verwachten. Dan zal op zekeren dag uwe deur open gaan en iemand, vrij lang van gestalte en vrij wel gelijkende op het portret, dat gij van mij hebt ontvangen, komt uw kamer binnen, noemt u bij uw naam, vliegt u om den hals en - dat zal Andersen zijn.

Doch er zal nog wel een jar verloopen eer dat gebeurt.

Gaarne zou ik de Hollandsche vertaling eens zien van het "Billedbog uden Billeder", Ik hoop dat gij dit verlangen zult kunnen vervullen. Het boekske is toch niet groot.

Mijne lyrische en dramatishce lettervruchten zijn bij u zekerlijk weinig bekend. Ik werk thans aan een niuwen roman; het tooneel der handeling is in dezen tijd. Zoodra als hij &t licht ziet zal ik u dien in het Deensch toezenden.

Schrijf mij toch spoedig weder laat mij leven in uw aandenken, gelijk gij leeft in het mijne, en groet alle mijne Hollandsche vrienden.

Koppenhagen

Gehell de Uwe

H. C. Andersen

27 Oktober 1845

Tekst fra: Andersen op reis door Nederland