Dato: 14. juni 1847
Fra: Jacob van Lennep   Til: H.C. Andersen
Sprog: hollandsk.

Den Dichter H. C. Andersen.


Onbekend, gesmaad, verstooten,

Dwaalde een hulploos kieken rond

Over Funens vruchtb'ren grond,

Rijk van stroom en beek doorvloten.

Van zijn afkomst onbewust

Vond het need'rig eendebroedsel

Schaarsche hulp en karig voedsel

In dat oord van weelde en lust.

-

Maar, in spijt van druk en stremming,

't Leefde en groeide en wies in kracht,

En vloog op eer't iemand dacht

En vervulde zijn bestemming.

Vol verbazing zag men't aan,

Hoe't veracht en hulp loos kieken,

Thands, met llitgespannen wieken,

Opsteeg als een zilv'ren Zwaan.

-

Ons ook, aan des Aemstels boorden,

Ons ontging de wêergalm niet

Van uw zacht en roerend lied,

Zilv'ren Zangzwaan van het Noorden!

En wij roepen blij te moê,

Nu gij, dwalend in den vreemde,

Rust u zoekt in Hollands beemde,

Hartlijk U het welkom toe.

-


Doen, als onverstaanb're Runen,

Taal en schrift aan U zich voor,

Klinkt mijn zang ook vreemd in't oor

Aan den zoon van &t verre Funen,

O! des dichters Taal is een:

Taal, die uit het hart komt stroomen,

En door't harte wordt vernomen: -

En die Taal is ons gemeen.

-


Amsterdam 14 juny 1847

J van Lennep

Tekst fra: Se tilknyttet bibliografipost